Een tweede proeftijd tussen dezelfde werkgever en werknemer is niet mogelijk, tenzij er bij de tweede arbeidsovereenkomst “duidelijk andere vaardigheden of verantwoordelijkheden van de werknemer” worden geëist.
Een geldig tweede proeftijdbeding is dus uitzondering op de regel en daar kan dus niet gemakkelijk van uit worden gegaan. In een zaak bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant werd deze uitzondering toch aangenomen.
De werknemer werkte tijdens de eerste arbeidsovereenkomst als “Chief of Staff”, maar werd in zijn proeftijd ontslagen. De werknemer werd een tweede arbeidsovereenkomst gegund als “Chief Digital Officer”, maar werd opnieuw tijdens de proeftijd ontslagen. Omdat de werknemer van mening was dat het niet mogelijk was een tweede proeftijd af te spreken, kwam de zaak voor de rechter.
De rechter zette allereerst uiteen wanneer volgens vaste rechtspraak sprake is van duidelijke andere vaardigheden/verantwoordelijkheden. Daarvoor is doorslaggevend dat “de identiteit van de arbeidsovereenkomst zoveel is veranderd dat partijen elkaar daarin nog niet voldoende hebben kunnen leren kennen”.
Daar was in dit geval sprake van. De functie van Chief of Staff zag de rechter als een allround functie, waarbij het onder andere ging om het bijsturen van interne processen en ondersteuning aan de CEO. De functie van Chief Digital Officer bevond zich op een meer gespecialiseerd (digitaal) terrein. In die functie was de werknemer onder andere verantwoordelijk voor de ontwikkeling en realisatie van de digitale strategieën van de werkgever.
Dat betekende dat de afspraak over de proeftijd geldig was en dus ook het ontslag van de werknemer.
Bij vragen kun je contact opnemen met Reggy Thielen of Henriette Dekker van de Praktijkgroep Arbeid, Medezeggenschap en Pensioen.