Bedrijven in de Rotterdamse haven zijn de laatste tijd onderwerp geweest van onderzoeken door toezichthouder Autoriteit Consument & Markt (‘ACM’). Dit heeft enerzijds geleid tot de oplegging van boetes vanwege kartelvorming op het gebied van scheepsafval en anderzijds tot het bindend verklaren van een toezegging door containerterminal Europe Container Terminals B.V. (‘ECT’) vanwege mogelijke bevoordeling van klanten.
Kartel scheepsafval
In een persbericht kopt het College van Beroep voor het bedrijfsleven (‘CBb’) “Kartel scheepsafval terecht beboet”. Dit persbericht hoort bij de uitspraak van dit hoogste bestuursrechtcollege van 30 oktober 2018 waarin het CBb oordeelt dat ACM terecht inzamelaars van scheepsafval in de Rotterdamse haven heeft beboet vanwege het overtreden van het kartelverbod. Het gaat daarbij om boetes oplopend van € 227.000 tot € 1.861.000.
ACM is dit kartel op het spoor gekomen naar aanleiding van afgetapte telefoongesprekken die de Inlichtingen- en opsporingsdienst van het Ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (‘VROM-IOD’) in het kader van een onderzoek dat VROM-IOD eind 2006 heeft ingesteld naar overtredingen van de Wet milieubeheer. Uit deze gesprekken is bij VROM-IOD het vermoeden gerezen van het bestaan van prijsafspraken over in te zamelen scheepsafval. Om die reden heeft VROM-IOD ACM van dit vermoeden op de hoogte gebracht. Als gevolg hiervan heeft ACM een onderzoek ingesteld.
Uit het onderzoek van ACM kwam naar voren dat in de periode van 30 augustus 2005 tot en met 31 juli 2007 een aantal bedrijven onderling door middel van frequente telefonische contacten opdrachten verdeelden voor het inzamelen van scheepsafval in de Rotterdamse haven. Zij spraken af wie een bepaalde klant zou gaan bedienen en om te offreren tegen een hogere of lagere prijs dan de ander om zo de opdracht al dan niet te krijgen.
Deze constatering leidde ertoe dat ACM boetes heeft uitgedeeld. Naar het oordeel van het CBb terecht. Volgens het CBb heeft de afstemming door de betrokken bedrijven de mededinging in die mate nadelig beïnvloed dat zij een verboden mededingingsbeperkende strekking in de zin van artikel 6, lid 1, van de Mededingingswet heeft.
Toezegging over planningscriteria laden en lossen van binnenvaartschepen
In een ander onderzoek van ACM eind 2014 in de Rotterdamse haven naar mogelijk misbruik van een economische machtspositie is naar voren gekomen dat containerterminal ECT bij het plannen van het laden en lossen van binnenvaartschepen soms gelijke gevallen niet gelijk zou behandelen. Ook is gebleken dat het voor sommige binnenvaartschippers niet duidelijk is aan welke eisen zij moeten voldoen om prioriteit te krijgen binnen het planningssysteem van ECT. ACM heeft geen overtreding vastgesteld, maar zag wel risico’s voor de mededinging. Om die reden heeft ECT ACM een toezegging aangeboden. Een toezeggingsaanvraag kan ACM bindend verklaren wanneer zij dat doelmatiger acht dan het opleggen van een boete of last onder dwangsom. Met succes; blijkens ontwerpbesluit van 30 oktober 2018 is ACM voornemens de toezegging bindend te verklaren voor een periode van twee jaar. Naar het oordeel van ACM worden met de door ECT gedane toezegging de mededingingsrisico’s vermeden. De voorgestelde planningscriteria zijn volgens ACM effectief en objectief, redelijk, non-discriminatoir en transparant. ACM heeft de toezegging 6 weken ter inzage gelegd zodat belanghebbenden de mogelijkheid hebben daarop te reageren.
DVAN staat u graag bij
De advocaten van het Sectorteam Haven, Handel & Logistiek van DVAN zijn gespecialiseerd op het gebied van het mededingingsrecht. Wilt u meer weten over dit onderwerp of gewoon eens van gedachten willen wisselen? Neem dan contact met ons op.