Geen Nederlandse arbeidsvoorwaarden voor Hongaarse chauffeurs

Internationale chauffeurs in het ongelijk gesteld

op 04/05/17 in Haven, handel & logistiek, Arbeid, medezeggenschap & pensioen, Geschillen & procedures,

Op 2 mei 2017 heeft het hof uitspraak gedaan in twee zaken die door FNV en een tiental Hongaarse chauffeurs waren aangespannen tegen een Nederlands transportbedrijf.  FNV en de Hongaarse chauffeurs waren van mening dat het transportbedrijf haar buitenlandse chauffeurs moest betalen op grond van Nederlandse arbeidsvoorwaarden en niet op grond van Hongaars recht. Het hof oordeelde anders.  

Wat was de constructie?

Het Nederlandse transportbedrijf (Transport B.V.)  heeft een zustermaatschappij gevestigd in Duitsland (GmbH) en een zustermaatschappij gevestigd in Hongarije (Silo-Tank). De bestuurder van Transport B.V. is tevens bestuurder van GmbH en van Silo-Tank. De beide zustermaatschappijen werven lokaal hun chauffeurs en deze chauffeurs worden beloond conform het recht van het vestigingsland van de betreffende zustermaatschappij. Transport B.V. sluit  vervolgens met GmbH en Silo-Tank charterovereenkomsten voor internationale transporten. De uitvoering van deze overeenkomst hield in de praktijk in dat de buitenlandse chauffeurs naar Nederland reden om het transport op te halen en na aflevering daarvan vaak ook weer in Nederland terugkeerde. De betreffende chauffeurs woonden niet in Nederland en keerden ook regelmatig terug naar Hongarije / Duitsland om van daaruit opnieuw te werk te worden gesteld.

Standpunt FNV

Volgens FNV was voor deze buitenlandse chauffeurs de zogenoemde charterbepaling van toepassing.
De charterbepaling  (destijds vastgelegd in artikel 44 van cao Goederenvervoer Nederland) houdt in  dat als een Nederlands transportbedrijf een buitenlands transportbedrijf opdracht geeft om een transport te verrichten, het Nederlands transportbedrijf bedingt dat het buitenlandse bedrijf de Nederlandse arbeidsvoorwaarden toepast, indien:

  • het transport vertrekt uit Nederland en
  • de Detacheringsrichtlijn van toepassing is.

Volgens FNV was aan beide vereisten voldaan en diende de buitenlandse chauffeurs betaald te worden conform de Nederlandse arbeidsvoorwaarden.

Oordeel Hof   

Een van de vereisten om onder de Detacheringsrichtlijn te vallen, is dat er sprake is van het verrichten van tijdelijke werkzaamheden op het grondgebied van een andere lidstaat. Het hof beoordeelde dan ook of de werkzaamheden van de buitenlandse chauffeurs gezien moesten worden als tijdelijke werkzaamheden verricht op het grondgebied van Nederland. Het hof komt tot het oordeel dat daar geen sprake van is. Dit hoofdzakelijk omdat  de internationale transporten voor slechts een zeer gering gedeelte plaatsvond  in Nederland en voor het overgrote deel in het buitenland.  Volgens het hof kan de term “op het grondgebied” niet zo ruim worden uitgelegd dat hier onder ook kan worden verstaan werkzaamheden “vanaf het grondgebied van één specifieke lidstaat voor diensten in alle overige lidstaten van de Unie”. Een dergelijke ruime uitleg doe geen recht aan de bedoeling van de Detacheringsrichtlijn. Nu de Detacheringsrichtlijn niet van toepassing is, is niet voldaan aan de tweede vereiste van de charterbepaling en hoeven de Nederlandse arbeidsvoorwaarden niet te worden toegepast op de buitenlandse chauffeurs.

Meer weten?

Wil je meer weten over dit onderwerp neem dan contact met ons op.

Meer publicaties over dit onderwerp

REAGEREN OF VRAGEN?