Familiebedrijf ontslaat ‘buitenstaander’

Governance in familiebedrijven

door: op 26/01/18 in Arbeid, medezeggenschap & pensioen,

Arbeidsconflict tussen familiebedrijf en 'buitenstaander' leidt tot ontslagvergoeding van bijna 150.000 euro

Een recente uitspraak van de rechtbank Maastricht over het ontslag van een controller vanwege een onwerkbare situatie met de directeur-(mede-)eigenaar van een familiebedrijf brengt de vraag op hoe je als familie nu moet omgaan met management van buiten.  

Het familiebedrijf betreft een exploitant van een aantal bouwmarkten in Zuid Limburg. De eigendom van het familiebedrijf is via een stichting administratiekantoor (STAK) onderverdeeld in zes staken. De directeur is een van de familie staakhouders en geeft leiding aan een management team bestaande uit de controller, manager operationele leiding en een manager recht en personeel. De directeur is ook voorzitter van de STAK. Verder is er een Raad van Commissarissen (RvC) ingesteld bestaande uit twee neven van de directeur.

Het arbeidsconflict tussen de directeur en de controller ontstond doordat de controller in het kader van zijn functie vragen stelde over de uitvoering van een waardeoverdracht van het pensioen van de directeur naar zijn eigen pensioen vennootschap. De RvC, volledig bestaande uit familie, had de directeur mandaat gegeven om namens zichzelf met de vennootschap een overeenkomst tot overdracht van pensioen af te sluiten. De directeur nam de vragen van de controller niet in dank af en stelde dat deze "niet bevorderlijk waren voor de werkrelatie". De controller wordt vervolgens op non-actief gesteld.

In de ontslagprocedure wordt de controller verweten de onwerkbare situatie te hebben veroorzaakt en zijn geheimhoudingbeding te hebben geschonden door informatie te delen met een voormalig lid van de RvC tevens aandeelhoudster/staakhoudster, en daarmee de positie van de directeur te ondermijnen.

De procedure loopt niet goed af voor het familiebedrijf. Van verwijtbaar handelen is in het geheel geen sprake en de controller heeft ook niet gehandeld in strijd met zijn geheimhoudingsbeding omdat de aandeelhouders niet als "derden" kunnen worden beschouwd. De arbeidsovereenkomst wordt wel ontbonden. Naast de transitievergoeding van ongeveer EUR 34.000 wordt ook nog een aanvullende billijke vergoeding van EUR 110.000 toegekend omdat het familiebedrijf het arbeidsgeschil had veroorzaakt.

Conflicten die, zoals hier, door de directie op de spits worden gedreven, zijn natuurlijk niet alleen voorbehouden aan familiebedrijven. Wel bijzonder is dat er kennelijk niet veel nodig was om deze zaak tot ontploffing te brengen. Men kan zich wel afvragen in hoeverre de governance structuur waarbij zowel de aandeelhouders, de directeur als de RvC behoren tot de familie, een rol heeft gespeeld bij de escalatie van deze kwestie. 

toegevoegde waarde professionele buitenstaanders

De identiteit van een familiebedrijf is nauw verwant met de waarden van de familie. Wie beter dan de familie zelf kan er nou voor zorgen dat het familiebedrijf ook echt van, voor en door de familie blijft? Maar ja, wie garandeert en bepaalt of binnen de familie voldoende competenties beschikbaar zijn en blijven om het bedrijf ook daadwerkelijk te kunnen (blijven) leiden. Durf je als familie dan te onderkennen dat het bedrijf wellicht gebaat is bij management of een klankbord van buiten? Van belang is dan hoe je die tegenspraak organiseert. Familiebedrijven hebben nu eenmaal, door de vermenging van familie, bedrijf en eigendom, een geheel eigen dynamiek waarbij informele circuits een belangrijke rol spelen. Juist die vermenging van belangen pleit voor het aantrekken van professionele buitenstaanders en een goede borging van hun rol in de governance structuur. 

Familie-ondernemers zijn in de regel echter snelle beslissers en houden van korte lijnen. Tegenspraak is dan ook niet hun hobby. Voor een buitenstaander is het dan ook goed om zich te realiseren dat hij of zij slechts een passant is. De familie heeft het uiteindelijk voor het zeggen. Tegenspraak is verstandig en nodig, maar het gaat er ook om hoe je die tegenspraak als buitenstaander biedt. Dat is soms balanceren. Zoals een doorgewinterde familiecommissaris onlangs nog eens opmerkte: ‘Raak als externe niet te betrokken bij de familie, houd afstand.’ En: ‘Bedenk dat familieleden uiteindelijk altijd voor elkaar kiezen, ze moeten immers met elkaar door.’ En: ‘Meer eer dan: “o ja, die heeft nog voor ons gewerkt”, valt er in de regel niet te behalen. In het beste geval zegt men erbij: “dat was een goeie vent”.’

GOVERNANCE STRUCTUUR met buitenstaanders

Wrijving geeft glans zeggen ze wel eens. Toch is het bij familiebedrijven nog wel eens de vraag in hoeverre de familie met die wrijving om kan gaan. Bij het familiebedrijf in kwestie kon dat kennelijk niet met als gevolg het vertrek van een controller die gewoon zijn werk deed. Hij kan op zoek naar een nieuwe baan. Het familiebedrijf naar een nieuwe controller met betaling van bijna EUR 150.000 aan vergoeding en de bijkomende juridische kosten. De vraag mag dan ook gesteld worden of een andere governance structuur met buitenstaanders in de RvC niet tot een andere uitkomst van dit conflict zou hebben geleid.

contact

Voor vragen over de governance in familiebedrijven kunt u contact opnemen met Maarten van Kempen, partner en advocaat praktijkgroep Arbeid, medezeggenschap & pensioen Utrecht en lid van de sectorgroep Familiebedrijven. U kunt Maarten bereiken door te bellen naar +31 6 43 37 61 10 of per e-mail via maarten.van.kempen@dvan.nl.

Meer publicaties over dit onderwerp

REAGEREN OF VRAGEN?