Het hoofdlijnenakkoord tussen de PVV, VVD, NSC en BBB van 16 mei 2024 bevat een aantal afspraken die gevolgen hebben voor de arbeidsmarkt en het arbeidsrecht. Hieronder volgt een overzicht:
- De behandeling van de Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR) wordt voortgezet. Over dit wetsvoorstel hebben wij eerder een blog geschreven. Dit wetsvoorstel houdt kort gezegd in dat er een uitgebreider toetsingskaderkomt, om te beoordelen wanneer er sprake is van een arbeidsovereenkomst en wanneer van een overeenkomst van opdracht (ZZP-er).
- Ook de behandeling van de Wet toelating terbeschikkingstelling arbeidskrachten (WTTA) wordt voortgezet en hiermee wordt een toelatingsstelsel ingevoerd voor uitzendbureaus en andere bedrijven die arbeidskrachten ter beschikking stellen. Ook dit hebben wij in een eerdere blog behandeld.
- De compensatieregeling waarbij de betaalde transitievergoeding na twee jaar ziekte wordt gecompenseerd komt per 1 juli 2026 te vervallen, met uitzondering voor werkgevers met minder dan 25 werknemers. Voor grotere werkgevers vindt er dan dus geen compensatie meer plaats.
- Er worden maatregelen genomen om werken meer te laten lonen en dat geldt met name voor werkenden met een middeninkomen. De gewenste lastenverlichting op arbeid zou bijvoorbeeld gerealiseerd kunnen worden door het introduceren van een extra schijf in de Inkomstenbelasting.
- Er worden maatregelen genomen om arbeidsmigratie tegen lage lonen en slechte arbeidsomstandigheden te beperken. Onder ander worden malafide uitzendconstructies hard aangepakt (en ook hier speelt het hierboven genoemde wetsvoorstel WTTA een rol), zal er extra handhaving plaatsvinden op de noodzakelijke tewerkstellingsvergunning voor arbeidsmigranten buiten de EU, werkgevers worden verantwoordelijk voor overlast en kosten van arbeidsmigranten zonder reguliere huisvesting en voor het leren van de Nederlandse taal bij langdurig verblijf. Ook zullen de kwalificatie-eisen van de kennismigrantenregeling worden aangescherpt en opgehoogd.
- De WW wordt hervormd, waarbij als mogelijkheden worden genoemd het verlengen van de opzegtermijn in arbeidsovereenkomsten, een poortwachterstoets WW en verkorting WW-duur tot 18 maanden.
- De AWf-premie hoog (Algemeen Werkloosheidsfonds) wordt per 1 januari 2026 met 0,1% verhoogd. De hoge AWf-premie (momenteel 7,64%) geldt voor kort gezegd voor alle flexibele arbeidsovereenkomsten en daarmee zullen de werkgeverlasten voor dergelijke arbeidsrelaties toenemen. De lage AWf-premie (momenteel 2,64%) wijzigt niet en deze premie geldt voor arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd met een vast aantal uren.
Uiteraard houden wij de ontwikkelingen die relevant zijn voor de arbeidsrecht- en HR-praktijk nauw in de gaten. Zodra er meer bekend is over de uitwerking van bovenstaande afspraken zullen wij daar weer een blog aan wijden. Uiteraard kan ook altijd contact met ons opgenomen worden als er vragen over bovenstaande ontwikkelingen zijn, of over andere arbeidsrechtelijke onderwerpen.