In een arrest van 22 april 2021 heeft het Hof van Justitie van de EU (Hof) vastgesteld dat Wiener Wohnen de Europese aanbestedingsregels niet heeft geschonden door een huurovereenkomst voor onbepaalde duur te sluiten met betrekking tot een nog te realiseren kantoorgebouw. Wiener Wohnen had namelijk geen beslissende invloed uitgeoefend op de architectonische structuur van dit gebouw of op de binneninrichting.
De casus
Wiener Wohnen, het gemeentelijk woningbedrijf van de Oostenrijkse hoofdstad Wenen, had in mei 2012 een huurovereenkomst voor onbepaalde duur gesloten met Vectigal Immobilien GmbH & Co KG (Vectigal). Deze overeenkomst had betrekking op het nog in Wenen te bouwen kantoorgebouw Gate 2. Naar aanleiding van een klacht, stelde de Europese Commissie (Commissie) een onderzoek in. Uiteindelijk concludeerde de Commissie dat sprake was van een aanbestedingsplichtige opdracht die Wien Wohnen ten onrechte niet had aanbesteed. In verband hiermee droeg de Commissie Oostenrijk op onmiddellijk een einde te maken aan de verweten niet-nakoming van de aanbestedingsregels. Oostenrijk erkende in strijd met de aanbestedingsregels gehandeld te hebben. Beëindiging van deze situatie binnen de door de Commissie gestelde termijn was volgens Oostenrijk echter onmogelijk vanwege de beperkte in de huurovereenkomst voorziene beëindigingsmogelijkheden. De Commissie nam hier geen genoegen mee startte voor het Hof een inbreukprocedure als bedoeld in artikel 258 VWEU.
Lees hier het volledige artikel van Eric Janssen.