Wetsvoorstel compensatie transitievergoeding

Na twee jaar ziekte

door: Henriƫtte Dekker op 09/11/16 in Arbeid, medezeggenschap & pensioen,

Dienstverband zieke werknemer beëindigen na afloop loondoorbetalingsverplichting? 

 

Minister Asscher heeft op 22 april jl. al aangekondigd dat werkgever in aanmerking moeten komen voor een compensatie van de verschuldigde transitievergoeding bij een beëindiging van het dienstverband wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. 

Dit is nu uitgewerkt in een wetsvoorstel, waarbij werkgevers worden gecompenseerd voor de (in beginsel) volledige kosten van de transitievergoeding. De compensatie zal door het UWV worden betaald vanuit het AWF (Algemeen Werkloosheidsfonds) en daar zal een verhoging van de (uniforme) premie tegenover staan. De maatregel zal met terugwerkende kracht tot 1 juli 2015 worden ingevoerd.

Op basis van het wetsvoorstel wordt geen onderscheid gemaakt naar de aard van het dienstverband dat door de werkgever wordt beëindigd. Dit betekent dat de transitievergoeding wordt vergoed indien:

  • een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet wordt verlengd waarbij de werknemer op de einddatum ziek is;
  • een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde of bepaalde tijd eindigt door opzegging of ontbinding (in het kader van een hoger beroep na een afgewezen UWV beschikking), vanwege het wegens ziekte niet langer kunnen verrichten van de bedongen arbeid;
  • een arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden wordt beëindigd, vanwege het wegens ziekte niet langer kunnen verrichten van de bedongen arbeid.

Voor alle gevallen geldt uiteraard dat het dienstverband minimaal 24 maanden moet hebben geduurd wil er door de werknemer aanspraak gemaakt kunnen worden op de transitievergoeding.

Het bovenstaande betekent dus dat op basis van dit wetsvoorstel een beëindiging van de arbeidsovereenkomst met een langdurig arbeidsongeschikte werknemer (waarvan de loondoorbetalingsperiode is afgelopen) kan worden gerealiseerd, waarbij de werknemer in aanmerking komt voor de transitievergoeding, en de werkgever daarvoor gecompenseerd zal worden. De meest eenvoudige wijze is dat de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden wordt beëindigd, waarbij dan wel duidelijk in de beëindigingsovereenkomst moet zijn opgenomen de werknemer wegens ziekte niet meer in staat is de bedongen arbeid te verrichten.

De hoogte van de te compenseren vergoeding is wel beperkt tot het bedrag van de transitievergoeding zoals die geldt op het moment dat de loondoorbetalingsverplichting eindigt (over het algemeen na twee jaar). Daarnaast zal de compensatie niet meer kunnen bedragen dan het bedrag dat gelijk is aan het tijdens ziekte van de werknemer betaalde loon. Tot slot geldt dat indien er een loonsanctie is opgelegd die periode niet meetelt bij de berekening van de hoogte van de compensatie (maar die periode telt wel mee bij de berekening van de hoogte van de transitievergoeding).

Er komen nog nadere regels hoe de aanvraag ingediend moet worden en op welke wijze de verstrekking van de compensatie zal plaatsvinden.

Op basis van dit wetsvoorstel zouden werkgevers er nu al voor kunnen kiezen om met een langdurig arbeidsongeschikte werknemer een beëindigingsregeling te treffen (of een procedure bij het UWV op te starten als de werknemer daaraan niet wil meewerken), waarbij de transitievergoeding wordt uitbetaald. Dit blijft uiteraard wel risicovol omdat nog niet vaststaat dat dit wetsvoorstel in deze vorm word aangenomen.

Aan de andere kant moeten werkgevers er rekening mee houden dat de hoogte van de transitievergoeding oploopt zolang het dienstverband voortduurt. De compensatie heeft echter enkel betrekking heeft op de periode tot afloop van de loondoorbetalingsverplichting tijdens ziekte. Indien een dienstverband nu dus slapend wordt voortgezet (bijvoorbeeld om daarmee betaling van de transitievergoeding te voorkomen), dan moet er dus rekening mee worden gehouden dat de uiteindelijk te ontvangen compensatie lager zal zijn dan de uit te betalen transitievergoeding.

Voor vragen over dit onderwerp of een ander arbeidsrechtelijk of pensioenrechtelijk onderwerp kunt u contact opnemen met Henriëtte Dekker. 

Meer publicaties over dit onderwerp

REAGEREN OF VRAGEN?