TOEPASSING LOONSTEUNMAATREGEL BINNEN EEN CONCERN

door: Tom van Dijk op 02/04/20 in Fusies, overnames & herstructureringen, Corona,

Voor de toepassing van de NOW-regeling is centrale leiding niet relevant voor dochtervennootschappen

Rechtspersonen en vennootschappen die te maken hebben met een (verwacht) omzetverlies kunnen voor een periode van drie maanden een tegemoetkoming in de loonkosten aanvragen op grond van de nieuwe Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW-regeling). Is de rechtspersoon of vennootschap onderdeel van een concern of groep, dan wordt uitgegaan van de omzetdaling van de hele groep. Dochtervennootschappen worden voor de werking van de regeling behandeld als waren zij een groep. Of en in hoeverre zij onder centrale leiding vallen, is dus niet relevant.

De NOW

De nieuwe loonsteunmaatregel, de NOW-regeling, biedt ruimte aan ondernemingen die door de coronacrisis te maken krijgen met een omzetdaling. Doel van die regeling is behoud van de werkgelegenheid in de coronacrisis. Kort gezegd, kunnen vennootschappen en rechtspersonen die te maken hebben met een (verwacht) omzetverlies van ten minste 20% – gerelateerd aan dat omzetverlies – voor een periode van 3 maanden een tegemoetkoming in de loonkosten aanvragen bij het UWV ter hoogte van maximaal 90% van de loonsom. Onze collega Hazan Senyuva gaf in haar blog al antwoord op de eerste vragen over de NOW-regeling.

Groepsbegrip

Indien de rechtspersoon of vennootschap onderdeel is van een groep als bedoeld in artikel 2:24b BW, wordt bij de toepasselijkheid van de NOW-regeling uitgegaan van de omzetdaling van de groep met SV-loon in Nederland zoals die op 1 maart 2020 bestond.

Maar wat is een groep? Een groep is een economische eenheid waarin rechtspersonen en vennootschappen organisatorisch zijn verbonden. Met organisatorische verbondenheid wordt bedoeld dat er juridisch-organisatorische banden dienen te bestaan. Denk bijvoorbeeld aan directe of indirecte meerderheidsdeelnemingen in het kapitaal eventueel nog versterkt met bepaalde statutaire rechten voor die meerderheidsaandeelhouder, zoals veto- of instructierechten. Ook minderheidsdeelnemingen en 50%-deelnemingen kunnen tot een groepsverband behoren, indien de positie van een aandeelhouder is versterkt met dergelijke bijzondere rechten.

Centrale leiding

De organisatorische verbondenheid op zich is niet voldoende, maar deze moet leiden tot economische eenheid. Er moet binnen die organisatorisch verbonden rechtspersonen en vennootschappen vanuit de top ook (daadwerkelijk) centrale leiding worden uitgeoefend. Zo is een pure beleggingsmaatschappij die de meerderheid van de aandelen houdt, dus niet per definitie met de groep verbonden. In de literatuur wordt aangenomen dat sprake is van centrale leiding indien er sprake is van het voeren van een gemeenschappelijke strategie en het op basis hiervan plannen, coördineren en controleren van het beleid van de onderhorige groepsmaatschappijen.

Dochtervennootschappen

Specifiek ten aanzien van dochtervennootschappen is in de NOW-regeling opgenomen dat indien de rechtspersoon een dochtermaatschappij is als bedoeld in artikel 2:24a BW, de dochtermaatschappij en de rechtspersoon voor de werking van de NOW-regeling worden behandeld als waren zij een groep. Een dochtermaatschappij is – kort gezegd - een rechtspersoon:

  1. waarin een andere rechtspersoon de meerderheid van de stemrechten kan uitoefenen in de algemene vergadering;
  2. die de bevoegdheid heeft om de meerderheid van de bestuurders of de commissarissen te benoemen of te ontslaan; of
  3. die als vennoot volledig aansprakelijk is voor de schulden van de vennootschap, zoals bij een vennootschap onder firma.

Een vennootschap kan een dochtervennootschap zijn, zonder dat zij een groepsmaatschappij is. Wanneer een moedermaatschappij gezamenlijk met een andere rechtspersoon of vennootschap meer dan 50% van de stemrechten kan uitoefenen, staat de dochter niet onder centrale leiding van die moedervennootschap.

Dat geldt bij de toepassing van de NOW echter niet. Alle dochtervennootschappen behoren tot de groep en het omzetverlies van alle dochtervennootschappen is dus relevant voor de mate van looncompensatie die de groep van het UWV kan ontvangen. Of de moedermaatschappij echter centrale leiding heeft over de dochtervennootschap, is voor de toepasselijkheid van de NOW regeling dus niet relevant.

De wetgever kiest bewust voor deze uitzondering. Volgens de wetgever komt op het hoogste niveau binnen een groep de omzetdaling en de inzet van personeel samen. Het sluit bovendien aan bij het omzetbegrip in het jaarrekeningenrecht en is daarnaast wenselijk vanuit handhavingsperspectief. Tot slot voorkomt deze berekeningswijze in de ogen van de wetgever strategisch gedrag.

Meer weten over de NOW in concernverband, Tom van Dijk en Nathalie van Hellenberg Hubar vertellen u er graag meer over. Heeft u specifieke vragen over de toepassing van de NOW-regeling, neem dan contact op met onze specialisten van onze sectie arbeidsrecht. 

REAGEREN OF VRAGEN?