Sociaal geleuter op Facebook

Aldus Rechtbank Noord-Holland

door: op 22/09/17 in Arbeid, medezeggenschap & pensioen,

Ex-werknemer laat zich op Facebook uit over voormalig werkgever. Werkgever vordert boete uit beëindigingsovereenkomst.

De arbeidsovereenkomst van een werknemer, ruim drie jaar in dienst als operator, werd per 1 december 2016 in goed overleg met werkgever Stelrad beëindigd via een vaststellingsovereenkomst.

In die overeenkomst is afgesproken dat partijen “zich in het vervolg in het maatschappelijke verkeer zorgvuldig ten opzichte van elkaar gedragen en zich onthouden van (mogelijk) negatieve, schadelijke en/of (anderszins) ongunstige uitlatingen over elkander alsmede (ex-)collega’s en relaties, alles in de ruimste zin van het woord”.

Op overtreding stond een boete van € 10.000,00. 

werkgever vordert boete

Volgens werkgever heeft de ex-werknemer zich begin januari 2017 “meerdere keren negatief uitgelaten" over het bedrijf en moet hij de afgesproken boete betalen.

Ex-werknemer reageert daar niet op en werkgever stapt naar de rechter.

De ex-werknemer is van mening dat hij niets verkeerd heeft gedaan en de afspraken niet heeft geschonden.

Hij geeft onder meer aan dat het om een tikfout gaat; in de schrijfwijze 'stelrat' had hij 'Stelrad' bedoeld te zeggen.

Het gesprek dat hij via Facebook had met vrienden is volgens hem ‘een onbenullig gesprekje’ dat geen boete van € 10.000,00 rechtvaardigt.

Ook is hij van mening dat zijn ontslag ‘geregisseerd’ was. Werkgever wil hem gewoon ‘terugpakken’. 

tegenvordering werknemer

Verder stelt de ex-operator dat niemand zijn uitlatingen aan zijn vroegere werkgever of haar werknemers kan linken.

Wat de communicatie op Facebook betreft geeft hij aan dat hij niet kon vermoeden dat werkgever dan wel een van haar werknemers deze zou lezen.

Vanwege de uitlatingen van werkgever aan zijn adres ter zitting, stelt hij een tegenvordering van € 30.000,00.

uitlatingen op facebook

Werkgever is van mening dat sprake is van ‘schadelijke en opruiende berichten.’ 

De ex-werknemer zou al eerder berichten op Facebook hebben gezet die door werkgever als ‘hinderlijk’ werden ervaren. Werkgever zou daar toen geen actie op hebben ondernomen, ervan uitgaande dat het een incident betrof.

Van een tikfout kan volgens de werkgever geen sprake zijn gezien de context. Wat de ex-operator uitsprak, was volgens werkgever ‘kwetsend’ en ‘diffamerend’ voor het personeel.

rechter wijst vorderingen af

De rechter maakt korte metten met het ‘moddergevecht’ tussen partijen en wijst de vorderingen van werkgever integraal af.

Ik citeer het mooiste deel uit de beoordeling door de kantonrechter:

Hier staan nu twee claims tegenover elkaar die elk voor zich een letterlijke basis in het aan elkaar opgelegde verbod zou kunnen vinden. In het ene geval laat [gedaagde] zich verleiden om in het wel heel erg compacte (zij het ook voor buitenstaanders die dit per se willen, toegankelijke) ‘sociale verkeer’ van een Facebook-vriendengroep van in totaal 39 personen soms niet al te tactvolle opmerkingen te maken, waaruit echter voor geen buitenstaander kenbaar is waarover het gaat. De vier in het exploot onder randnummers 4 en 5 aangehaalde citaten kunnen over ieder bedrijf en iedere arbeidssituatie gaan en - tikfout of niet - juist het gebruik van het woord ‘stelrat’ (zonder ook de hoofdletter) maakt de herleiding tot een onderneming Caradon Stelrad voor de buitenwereld volstrekt onmogelijk. Hoe onverstandig en onbegrijpelijk dit sociale geleuter op Facebook ook hier weer uitpakt, niet vol te houden valt dat Caradon en haar werknemers dan wel relaties zich aan deze tamelijk onbenullige uitwisseling van praatzieke babbelaars een buil zou kunnen vallen. Voor het vervallen achten van een boete van liefst € 10 000 is waarlijk meer nodig dan het feit dat Caradon mogelijk bij toeval, maar wellicht door daar zonder noodzaak naar op te zoek te gaan, gestuit is op deze vrij kinderachtige uitwisseling van weinig diepzinnige maar op zichzelf onschadelijke gedachten van een of meer ex-werknemers op Facebook. Op zijn minst had van Caradon verwacht mogen worden dat zij bij een zo vergaande claim als de onderhavige feitelijke onderbouwing gegeven had aan de veronderstelling dat hier sprake was van voor haar negatief, ongunstig en bovenal schadelijk optreden van [gedaagde]. Nu daarvan niet gebleken is, wordt haar vordering afgewezen.

Aan ex-werknemers’ beroep op verrekening komt de rechter door afwijzing van de vorderingen van werkgever niet toe, maar voor het geval de ex-werknemer nog plannen heeft in die richting overweegt de rechter:

Desondanks kan het geen kwaad [gedaagde] er bij voorbaat op te wijzen dat hij bij een eventueel overwogen afzonderlijke vordering jegens Caradon op een gelijksoortig, maar mogelijk nog indringender beletsel voor toewijzing zal stuiten. Caradon mag weliswaar geen processueel belang gehad hebben bij het doen van mededelingen over haar visie op het arbeidsgeschil dat aan de overeenkomst van 1 november 2016 ten grondslag lag, maar zij deed dit wel in het bestek van een gerechtelijke procedure onder de condities die daaraan inherent zijn.

sanctioneren uitlatingen voormalig werknemers op social media mogelijk

Zo wees de Rechtbank Noord-Holland in een zaak uit 2014 zelfs lijfsdwang toe, aangezien werknemer weigerde zich, ondanks drie veroordelingen, te onthouden van negatieve en onrechtmatige uitlatingen over de voormalig werkgever op het internet. Nu het maximale bedrag aan dwangsommen was verbeurd en beslag geen effect had, werd de gevorderde toepassing van lijfsdwang toegewezen.

In bovenstaande zaak had werkgever geen succes, maar dat had met name te maken met het feit dat bij partijen nog ‘oud zeer’ zat. Het gedrag van werknemer was onverstandig en onbegrijpelijk, maar de uitlatingen waren niet dusdanig dat deze daadwerkelijk schadelijk zouden kunnen zijn voor werkgever en haar werknemers en/of relaties. 

Voor de volledige uitspraak: Voorzieningenrechter Rechtbank Noord-Holland, 9 oktober 2014, ECLI:NL:RBNHO:2017:9748.

vragen of opmerkingen?

Heeft u vragen of opmerkingen over dit artikel? Neem contact met mij op via marieke.oudenhuijsen@dvan.nl of bel mij op telefoonnummer +31 30 285 03 04. U kunt mij voor actuele updates over het arbeidsrecht ook volgen op LinkedIn en Twitter

Meer publicaties over dit onderwerp

REAGEREN OF VRAGEN?