In een arrest van 17 december 2020 heeft het Hof van Justitie van de EU (Hof) bepaald dat het namaken van de vorm of het uiterlijk van een door een beschermde oorsprongsbenaming (BOB) beschermd product onder omstandigheden verboden is.
De casus
Morbier is de naam van een kaas die wordt gemaakt in een aantal specifieke gemeenten in de Franse departementen Ain, Doubs, Jura en Saône-et-Loire. Sedert een besluit van 22 december 2000 geniet deze kaas een beschermde oorsprongsbenaming (BOB). Kenmerkend voor de Morbier kaas is de horizontale zwarte ader die dwars door de kaas loopt.
Société Fromagère du Livradois (SFL) produceert sinds 1979 Morbier kaas. Zij is echter niet gevestigd in het geografische gebied waaraan op grond van een BOB de benaming “Morbier” is voorbehouden. Aangezien zij al vóór de toekenning van deze BOB Morbier kaas maakte, mocht zij haar kaas nog vijf jaar lang onder naam “Morbier” verkopen. Na het verstrijken van deze overgangstermijn is zij de naam “Montboissié du Haut Livradois” gaan gebruiken.
Het Syndicat interprofessionnel de défense du fromage Morbier (SIFM), de brancheorganisatie voor Morbier kaas, begon in 2013 een rechtszaak tegen SFL. Volgens het SIFM maakt SFL inbreuk op de BOB voor Morbier kaas door een kaas te produceren en in de handel te brengen die er hetzelfde uitziet als de beschermde kaas. Het SIFM eiste daarom dat SFL de inbreuk zou staken. In eerste aanleg werd de vordering van het SIFM door de Franse rechter afgewezen. Deze afwijzing werd in hoger beroep gehandhaafd. Daarop legde het SIFM de zaak voor aan de ‘Cour de cassation’, de Franse Hoge Raad. Die stelde vervolgens prejudiciële vragen aan het Hof.
Lees hier het volledige artikel van Eric Janssen.