De kogel is door de kerk. In de strijd tegen faillissementsfraude heeft de Eerste Kamer op 5 april 2016 met algemene stemmen twee wetsvoorstellen aanvaard. Er komt een civielrechtelijk bestuursverbod voor bestuurders van rechtspersonen die zich schuldig hebben gemaakt aan faillissementsfraude. Dit houdt in dat zij geen bestuurder of commissaris meer mogen zijn. Bestaande functies van bestuurder of commissaris worden direct beeïndigd. De maximale duur van het bestuursverbod is 5 jaar. Op deze manier wordt beoogd dat malafide bestuurders hun frauduleuze activiteiten door middel van een web van rechtspersonen nu en in de toekomst niet voort kunnen zetten.
Wanneer kan het bestuursverbod worden opgelegd?
De curator en de officier van justitie kunnen een bestuursverbod vorderen als tijdens een faillissement, of tijdens een periode van 3 jaar voorafgaand aan een faillissement, 1 of meer van de volgende criteria van toepassing zijn:
- de bestuurder moet een bijzonder verwijt treffen, zoals de vaststelling van aansprakelijkheid wegens wanbeleid dat tot een faillissement heeft geleid;
- het doelbewust benadelen van schuldeisers door in het zicht van een faillissement bedrijfsvermogen weg te sluizen of voor zelfverrijking aan te wenden;
- als de curator ernstig wordt tegengewerkt door de bestuurder door het in ernstige mate tekortschieten in de nakoming van zijn informatie- en medewerkingsverplichtingen jegens de curator;
- als sprake is van opvolgende faillissementen waarbij een bestuurder in 3 jaar tijd bij 3 of meer faillissementen betrokken is geweest en hem daarvan een persoonlijk verwijt treft;
- als aan de failliete rechtspersoon dan wel zijn bestuurder een boete is opgelegd als bedoeld in de art. 67d, 67e of 67f van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.
Gevolgen van het bestuursverbod
Een bestuurder met een bestuursverbod kan gedurende het opgelegde verbod geen bestuurder, maar ook geen commissaris zijn van een rechtspersoon. Hij kan ook geen statutair daaraan gelijkwaardige volmacht krijgen.
Een persoon met een bestuursverbod kan niet bij de oprichting van een rechtspersoon tot bestuurder of commissaris worden benoemd. Een benoeming ondanks dit verbod is nietig en wordt dus geacht nooit te hebben bestaan. Ook een latere benoeming van een bestuurder die een bestuursverbod heeft, is nietig.
Doordat een bestuurder een rechtspersoon niet meer rechtsgeldig kan vertegenwoordigen, is het van belang dat het bestuursverbod kenbaar is voor het publiek en eenvoudig raadpleegbaar is. Het bestuursverbod ten aanzien van een bepaalde persoon zal daarom worden vermeld in het handelsregister.
In de praktijk
Wat houdt dit bestuursverbod voor u als ondernemer in? Als bonafide ondernemer raakt dit bestuursverbod u natuurlijk niet. Bij de benoeming echter van een nieuwe bestuurder is het zoals altijd goed om te weten met wie u zaken doet, en doet u er verstandig aan om na te gaan of de betreffende persoon een bestuursverbod heeft. Dit geldt ook als u van plan bent met één of meerdere partners een nieuwe rechtspersoon op te richten waarbij die partner als (mede)bestuurder op zal gaan treden.
Mochten wij u in het kader van het civielrechtelijk bestuursverbod kunnen helpen, of mocht u nog vragen hebben over het bestuursverbod, dan horen wij dat graag zodat wij het een en ander kunnen verduidelijken.