In een eerdere blog kwam de algemene vraag aan de orde: wie is bestuurder van een BV en wie niet? Een vraag waarop het antwoord duidelijk lijkt, maar die in de praktijk te vaak op het bureau van een rechter ligt.
Maar nu dezelfde vraag in een familiebedrijf. Uit de hierna te bespreken rechterlijke uitspraak volgt dat bij het bestempelen van iemand tot ‘feitelijk bestuurder’ mee kan spelen dat degene familie is van de formele bestuurder. Mevrouw X is formeel bestuurder van een BV. Zij is getrouwd met een werknemer, mijnheer X. Deze is geen formeel bestuurder, maar werd door de rechter wél bestempeld tot feitelijk bestuurder, waarbij zwaar meewoog dat hij de echtgenoot van mevrouw X is. En zo was deze werknemer opeens aansprakelijk als bestuurder. Wees daarom duidelijk wie wél bestuurder is van een BV en wie vooral niet. En wees nóg duidelijker als er een familieband is tussen een bestuurder en een werknemer.
1. Aansprakelijkheid bestuurder algemeen
Om te beginnen: waarom is het antwoord op deze vraag überhaupt van belang? Waarom is het belangrijk om vast te stellen wie precies bestuurder is en wie ‘slechts’ een werknemer die veel verantwoordelijkheden neemt? Het antwoord: omdat een formeel bestuurder veel sneller dan een ‘gewone’ werknemer aansprakelijk kan zijn voor schulden als een onderneming in zwaar weer is gekomen. Over dit onderwerp (bestuurdersaansprakelijkheid) staan op de website van DVAN Advocaten diverse blogs. Bedenk dat bestuurdersaansprakelijkheid niet alleen over evidente ‘boeven’ gaat, maar ook kan gaan over ‘goedwillende’ bestuurders die ondanks hun goede bedoelingen hun taak onbehoorlijk hebben vervuld.
Sterker: bestuurdersaansprakelijkheid kan ook een werknemer treffen die teveel op de bestuurdersstoel is gaan zitten. Dat deze werknemer dan familie is van de directeur helpt dan niet mee.
2. Aansprakelijkheid bestuurder: familieband lijkt relevant
In deze blog staat een familiebedrijf centraal waarover recent het Gerechtshof Den Bosch een uitspraak heeft gedaan: de aandacht van de rechter ging niet uit naar de statutair bestuurder, mevrouw X. Maar naar de echtgenoot van de statutair bestuurder, mijnheer X. Mijnheer X was zelf werknemer in het bedrijf en formeel geen bestuurder of directeur.
Toen het bedrijf failliet ging, zag de rechter een grond om mevrouw X als statutair bestuurder aansprakelijk te achten voor alle schulden van de failliete BV. En toen ging de aandacht naar mijnheer X. De rechter oordeelde dat mijnheer X weliswaar geen formeel bestuurder of directeur was, maar dat hij feitelijk wel als bestuurder moest worden gezien. En dus achtte de rechter hem als feitelijk bestuurder aansprakelijk voor het gehele tekort in het faillissement.
Maar: mijnheer X werd niet als bestuurder beschouwd omdat mijnheer X in de praktijk ‘evident de bestuurder was’. Nee, de rechter zag dat mevrouw X formeel de bestuurder was (en bijvoorbeeld als enige toegang tot de bankrekeningen had), maar kwam toch tot de conclusie dat óók mijnheer X feitelijk als bestuurder moest worden beschouwd. De bewijzen hiervoor ‘rolden’ niet vanzelf uit de administratie, maar het Gerechtshof baseerde dit oordeel op onder andere de navolgende gronden:
- ‘de onderneming is feitelijk niets anders geweest dan een klein familiebedrijf in moeilijke tijden: twee echtgenoten die er samen alles aan doen om het hoofd boven water te houden’
- ‘mevrouw X en mijnheer X hebben samen de onderneming gedragen; dit laat de formele verhoudingen tussen mevrouw X als bestuurder en mijnheer X als werknemer onverlet’.
Kortom, naast statutair bestuurder mevrouw X was ook werknemer mijnheer X (zij waren niet in gemeenschap gehuwd) aansprakelijk voor het gehele tekort in het faillissement.
Bij nadere analyse van deze uitspraak lijkt het erop dat het Gerechtshof gewicht heeft toegekend aan het feit dat de statutair bestuurder en de werknemer familieleden van elkaar zijn.
3. De les
In elk bedrijf, maar nog meer in een familiebedrijf waarin sommige familieleden in het statutaire bestuur zitten en andere familieleden niet, is het belangrijk zowel in de interne communicatie (mails, instructies, notulen) als in de externe communicatie (correspondentie, website, LinkedIn) volstrekt helder te zijn over wie bestuurder is en wie niet.
De les: wees duidelijk wie bestuurder is en wie niet. En wees extra duidelijk als sprake is van een familieband tussen een werknemer en een bestuurder.
Heeft u een vraag over het bovenstaande artikel? Neem dan contact op met advocaat en curator Jorin Hagendoorn of één van de andere specialisten van het Team Insolventie van DVAN Advocaten. Zij staan u graag te woord.