Sinds 1 januari 2015 is de werkkostenregeling voor alle werkgevers in Nederland verplicht. Deze regeling houdt in dat alle vergoedingen en verstrekkingen aangemerkt worden als loon. Voor een aantal specifieke zaken gelden vrijstellingen en er mogen onbelaste verstrekkingen en vergoedingen worden gedaan aan het personeel, tot een maximum van 1,2 procent van de fiscale loonsom. Over het bedrag boven de vrije ruimte wordt een eindheffing van 80% betaald.
Hoge kosten door werkkostenregeling
De invoering van de werkkostenregeling legt de Nederlandse ondernemer in zekere zin dus een beperking op. Deze gevolgen kunnen verzacht worden door uitkeringen middels een personeelsfonds. Het bedrag waarover de eindheffing van 80% betaald moet worden, verklein je hiermee.
Personeelsvereniging en personeelsfonds verlagen de extra kosten
Veel ondernemingen hebben een personeelsvereniging of personeelsfonds. Deze wordt vaak ingezet om gezamenlijk geld te sparen en te spenderen aan leuke activiteiten. Zo’n fonds kan fiscaal aantrekkelijk zijn, omdat de werkgevers hier ook aan bijdragen. Vindt deze bijdrage plaats binnen de fiscale voorwaarden, dan zijn onbelaste uitkeringen en verstrekkingen door het fonds mogelijk. Tot voor kort was er een wachttijd van 5 jaar, voordat een dergelijk fonds onbelaste uitkeringen aan werknemers mocht doen. Een recente uitspraak van de Hoge Raad maakt hier echter korte metten mee, waardoor tegenwoordig direct fiscaal onbelaste uitkeringen aan de deelnemers gedaan kunnen worden.
Voorwaarden personeelsfonds
Het personeelsfonds mag onder bepaalde voorwaarden onbelast uitkeringen en verstrekkingen doen aan het personeel. Zo'n derdenfonds – bijvoorbeeld de personeelsvereniging– mag belastingvrije uitkeringen en/of verstrekkingen doen als aan een aantal voorwaarden is voldaan:
- Het moet gaan om een onafhankelijk fonds;
- Werknemers mogen geen vrijgestelde aanspraak hebben op een uitkering of verstrekking uit de personeelsvereniging;
- Werknemers mogen geen recht hebben op een uitkering en de personeelsvereniging moet de uitkering onverplicht doen;
- De werkgever mag niet meer in de personeelsvereniging bijdragen dan de werknemers.
Zoals genoemd, is het belangrijk dat het fonds onafhankelijk is. Dit kun je regelen door een stichting op te richten en ervoor te zorgen dat het bestuur onafhankelijk is van de werkgever. Het bestuur moet zodanig worden vormgegeven, dat de werkgever geen doorslaggevende stem heeft in het personeelsfonds. Daarnaast moet het vermogen van een personeelsfonds afgescheiden zijn van de onderneming van de werkgever door het in een aparte entiteit vorm te geven. Het is mogelijk om een personeelsfonds op te richten in de vorm van een vereniging of een stichting. Een personeelsfonds moet een eigen bankrekening en reglement hebben. In dit fondsreglement neemt men op in welke gevallen de stichting of vereniging een uitkering doet.
Kortom een personeelsvereniging loont de moeite!